print this page

Stof

Ontwikkeling van een methode om te meten hoe snel stof zich in collecties verzamelt en de herkomst ervan te bepalen.

Dit project werd uitgevoerd naar aanleiding van vragen van de vier externe partners, met name: waar komt stof vandaan en hoe kan men het meten en beoordelen? 

SEM-opname van stof. Foto: Bill Wei.

SEM-opname van stof. Foto: Bill Wei.

Tijd, geld en perceptie

Vanwege stof moeten objecten, collecties, vitrines en audiovisuele apparatuur regelmatig worden schoongemaakt: dat kost tijd en geld en komt op lange termijn de toestand van de objecten niet ten goede. Stof beïnvloedt bovendien de perceptie van de bezoeker wat betreft de inrichting en professionaliteit van een museum.

Meten van glansverlies

Met behulp van de nieuwe methoden kunnen metingen worden verricht op basis van het glansverlies van standaard glasplaatjes voor microscopie. Deze kunnen in een museum of collectie strategisch en bijna onzichtbaar worden geplaatst. Verder kunnen collectiebeheerders stofmonsters verzamelen en chemisch laten analyseren. Met deze informatie is te bepalen waar stof valt, hoe snel en wat de bron ervan is. Zo is bijvoorbeeld duidelijk geworden dat het meeste stof in musea door bezoekers wordt binnengebracht.

Stofworkshop

Het project werd afgerond met twee bomvolle stofworkshops, georganiseerd met het Amsterdam Museum. Door middel van perceptietests en de Socratisch dialoog ‘Wat is vies?’ konden 60 deelnemers naar aanleiding van zelf uitgevoerde glansmetingen ervaren hoe moeilijk het is de hoeveelheid stof te beoordelen.