print this page

Mill x Molen

Mill x Molen 
Een lesje behoud en beheer van mediakunst  

Mill x Molen tentoongesteld in Locarno, 1990.

Mill x Molen tentoongesteld in Locarno, 1990.

De videosculptuur Mill x Molen / The Power of Tautology (1982) van Bert Schutter uit de Collectie Nederland stond in 2011 op STRP Biënnale, één van de grootste Europese cross-overfestivals op het gebied van kunst, muziek en technologie. De herinstallatie van het werk verliep vlekkeloos − dankzij de handleiding en richtlijnen uit het project Imago Revisited.

Mediakunst vraagt speciale aandacht vanwege de voortdurende technische veranderingen. Herinstallatie en/of restauratie van videokunstwerken betekent in de praktijk vaak migratie: het videosignaal wordt overgezet op een drager die compatibel is met de huidige hardware, om het signaal zichtbaar te maken voor de huidige toeschouwer. Dat betekent in strikte zin dat het kunstwerk ‘verandert’ en dat nauw overleg met de kunstenaar bij ingrepen zoals herinstallatie of restauratie onontbeerlijk is.

Mill x Molen tijdens Imago in Porto, 1991.

Tijdens Imago in Porto, 1991.

Contrast

Mill x Molen meet zo’n drieënhalf bij vier meter en bestaat uit twaalf grote monitoren. Ze zijn opgesteld als de vier wieken van een molen, per wiek drie monitoren in een metalen frame. Zo heeft het werk de vorm van een Andreaskruis. De monitoren tonen beelden van draaiende molenwieken, opgenomen van een model van Zaanse oliemolen De Bonte Hen. Per scherm zien we steeds maar een derde wiekdeel, per rij monitoren dus één hele wiek, onder het voortdurend hard zoevende geluid van draaiende wieken. De geprojecteerde wieken bewegen over de gefixeerde schermen en verdwijnen af en toe uit beeld. In dit contrast tussen statische vorm (molen in rust, kruis) en dynamiek (bewegend beeld, geluid) zit ‘m de spanning van het werk.

Imago

Mill x Molen was voor het eerst voor een groot publiek te zien in de Vleeshal (Haarlem) in 1983. Vanaf 1990 reisde de installatie mee als onderdeel van de reizende tentoonstelling Imago, fin de siècle in Dutch contemporary art. Deze coproductie van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) en Montevideo toonde de verschillende toepassingen van nieuwe technologieën door Nederlandse kunstenaars, onder wie Bert Schutter.

Het werk wordt opgesteld voor Imago in Gunma, Japan, 1991.

Het werk wordt opgesteld voor Imago in Gunma, Japan, 1991.

Inside Installations

Tussen 2002 en 2006 werden twee video-installaties uit de Imago-tentoonstelling opnieuw opgesteld, gerestaureerd en gedocumenteerd in het kader van Inside Installations. In dit internationale samenwerkingsproject resulteerden ruim dertig casestudies in de eerste richtlijnen voor beheer en behoud en documentatie van installatiekunst. De richtlijnen waren toen echter nog niet breed toepasbaar of toegankelijk voor collectiebeheerders.

Imago Revisited

In 2009 werkten het toenmalige Instituut Collectie Nederland (ICN, nu RCE) en het Nederlands Instituut voor Mediakunst (NIMk, nu LIMA) samen in het project Imago Revisited. Opnieuw draaide het om herinstallatie van Imago-werken: Schutters Mill x Molen en Panta Rhei (1988) van Ricardo Füglistahler. Hierbij werden de ‘lessen’ van Inside Installations ingezet, getoetst en praktisch toepasbaar gemaakt. Tijdens de opbouw van de installaties werd elke handeling uitgebreid gedocumenteerd, om te komen tot instructies voor herinstallatie én een langetermijnaanpak voor de conservering van complexe (multimedia)installaties. Ook werd via een kunstenaarsinterview de intentie van de maker in kaart gebracht, om als maatstaf bij beslissingen te kunnen dienen.

Een van de vroegste presentaties van Mill x Molen: Vleeshal Haarlem, 1983.

Een van de vroegste presentaties van Mill x Molen: Vleeshal Haarlem, 1983.

Ontoonbaar

Juist bij multimediale installaties is het belang van een installatiehandleiding en conserveringsrichtlijnen groot. Door gemis aan instructies kan een foutieve installatie plaatsvinden. Verlies van oorspronkelijke apparatuur of van informatie over onderdelen kan een video- of multimediawerk ontoonbaar maken of leiden tot een ongewenste werking door verkeerde afspeelsnelheid, geluidsterkte, helderheid of omgeving.

Glorie

Daarom werd bij Imago Revisited veel belang gehecht aan de brede toepasbaarheid en beschikbaarheid van de resultaten. Zowel de handleidingen als aangescherpte richtlijnen kwamen voor internationale collectiebeheerders beschikbaar via de websites van de huidige RCE en LIMA. Zo, exact opgebouwd ‘volgens het boekje’, kon Mill x Molen in 2011 ook weer in volle glorie verschijnen aan de bezoekers van de STRP EXPO.

Toekomst

En wat de toekomst betreft, die ziet er hoopvol uit. Want ook op het gebied van conservering zijn tijdens Imago Revisited belangrijke stappen gezet. Installatiekunst kent op dit gebied zo zijn specifieke problemen. Wat te denken van een monitortype dat na al die jaren niet meer leverbaar is? Hoe behoud je beeld-  en geluidstechnologie op duurzame wijze, als dragers verouderen waar je bij staat? Zo werd het voortbestaan van Mill x Molen veiliggesteld door tweedehands twaalf monitoren (+ een reserve) op de kop te tikken en konden zowel beeld als geluid in overleg met het NIMk duurzaam worden opgeslagen.

Mill x Molen op de EXPO van het STRP-festival in 2011.

Mill x Molen op de EXPO van het STRP-festival in 2011.

Over de kunstenaar

Bert Schutter (Assen, 1945) woont en werkt in Antwerpen. Van 1965 tot 1970 studeerde hij aan de Koninklijke Academie in Den Bosch de richtingen grafiek en schilderen. Hij vestigde zich na zijn eindexamen in Haarlem en was tot 1972 als kunstenaar verbonden aan Ateliers ’63. In deze periode kwam hij in aanraking met de conceptuele kunst, die destijds in Nederland hoogtij vierde. Zijn eerste tentoonstellingen en installaties dateren uit 1978.

Schutters bezigheden als conceptueel kunstenaar waren aanleiding voor het gebruik van video. In het begin zette hij het medium vooral in als registratiemiddel; na 1980 legde hij zich toe op het analytisch onderzoek ervan. Als basiskenmerken van video definieert hij de beweging, de (vlakke) beeldschermen en (ruimtelijke) monitoren, die hij op ingenieuze wijze verbindt met andere disciplines binnen de beeldende kunst en met karakteristiek Hollandse onderwerpen zoals tulpen en windmolens. Desondanks ziet Schutter zichzelf niet als videokunstenaar maar als een kunstenaar die gebruik maakt van video, voor hem een groot inhoudelijk verschil. Hij voelt zich in dat opzicht verwant aan Jan Dibbets, Marinus Boezem en Ger van Elk.