print this page

Kleuren van gisteren

Kleuren van gisteren
Archeologische wol uit de zoutmijn

 Hallstatt textiel

Kleuren van meer dan 3000 jaar oud die eruit zien alsof ze van gisteren zijn? Dankzij het zout in de mijn van Hallstatt bleek het mogelijk. Honderden textielfragmenten bleven ondergronds bij ideale omstandigheden bewaard. Kunst- en designstudenten van nu transformeerden onderzoekskennis tot een gloednieuwe visie op oeroud textiel.

Archeologische textielvondsten uit de brons- en ijzertijd in Europa zijn er maar weinig. Textiel dat zijn structuur en kleur behouden heeft, is zo mogelijk nog zeldzamer. In de Hallstatt-zoutmijn vonden archeologen meer dan 500 textielfragmenten, die door de lage temperatuur, de duisternis en het zout in relatief goede conditie zijn gebleven. Hoewel de oorspronkelijke functie van de textiel meestal niet meer te achterhalen is, bleek nader onderzoek veel gegevens op te leveren over de gebruikte verf-, spin- en weeftechnieken.

Luchtfoto van het Hallstatt Hochtal.

Luchtfoto van het Hallstatt Hochtal. Foto: Aerial Archive, NHM Wien.

Zout

Dat in het binnenland van Europa zout in de grond zit, is op zichzelf al tamelijk zeldzaam. Zout was dan ook eeuwenlang een waardevol handelsproduct. Het Hallstatt Hochtal in Oostenrijk is een van die zeldzame plekken. Al sinds de 16de eeuw voor Christus pleegden bewoners van dit gebied mijnbouw om de kostbare grondstof naar boven te halen. Met bronzen houwelen werden zoutblokken uitgehakt op ‘terrassen’ in grote mijnkamers. Kapotte gereedschappen en kleding, fakkelresten en andere onbruikbare werkspullen werden achtergelaten en vormen nu een ware archeologische schatkamer.

Heidenen

De mijnen zijn in gebruik geweest sinds de bronstijd, waardoor zich nu verschillende vondstlagen in de grond bevinden. Mijnwerkers die in de 18de eeuw op zo’n laag stootten, dachten dat dit afval van heidenen was. Daarom gaven ze deze laag de naam ‘Heidengebirge’. Vanwege de conserverende werking van het zout waren veel vondsten uitstekend bewaard gebleven. Dat was vooral voor de textielfragmenten, die normaal gesproken geheel verdwijnen of sterk lijden onder de omstandigheden, een unieke situatie.

Flarden

Tussen voedselresten, afgebroken puntjes van bronzen werktuigen, stukjes touw van berkenbast en een houten trap zijn hier meer dan tweehonderd restjes textiel gevonden, daterend vanaf 1400 voor Christus. De meeste fragmenten zijn niet te herleiden tot kledingstukken. Sommige komen van dikke, wollen draagzakken, waarmee de arbeiders in de bronstijd (tot ca. 800 v.Chr.) het zout de mijn uit droegen. Uit de ijzertijd (800-400 v.Chr.) dateren talloze flarden van de meest uiteenlopende textielsoorten, zowel van huishouddoeken als kleding. Ze waren in stukjes gescheurd en in de mijn gebracht, maar waarvoor de voddendienden, is tot op de dag van vandaag niet duidelijk.

Wollen geweven stof uit Hallstatt, ijzertijd (foto: NHM Wien).

Wollen geweven stof uit Hallstatt, ijzertijd. Foto: NHM Wien.

In goede conditie

Bijzonder is dat dit prehistorische textiel nog steeds in een relatief goede conditie is, zowel het materiaal als de kleuren. Dat is uniek voor Midden-Europa en heeft drie oorzaken. De stukjes stof zijn doordrenkt met zout, dat ze goed heeft geconserveerd. Verder is het klimaat in de mijn constant gebleven en is het textiel duizenden jaren niet aan licht blootgesteld. De meeste fragmenten hebben dan ook nu nog een duidelijke kleur: geel, groen, olijfgroen, bruin, roodbruin, blauw en zwart.

Onderzoek

De stoffragmenten uit Hallstatt bevinden zich tegenwoordig in het Naturhistorisches Museum in Wenen. Dit museum is al sinds halverwege de 19de eeuw betrokken bij de opgravingen van Hallstatt, die behalve de mijn ook een omvangrijk grafveld omvatten. Het museum vroeg de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed om te onderzoeken hoe het textiel uit de mijn gemaakt was en of de kleuren nog hetzelfde waren als die het aanvankelijk had. De onderzoekers bestudeerden het weefsel uitgebreid met onder andere een elektronenmicroscoop, een röntgenspectrometer (met röntgenstraling kun je een object ‘van binnen’ bekijken) en vloeistofchromatografie (een techniek om elementen binnen een vloeistofmengsel te scheiden). De stukjes textiel bleken van wol gemaakt te zijn.

Geverfde wol met Indigotine en indirubine

Wol uit Hallstatt, die de blauwe kleurstoffen indigotine en indirubine bleek te bevatten. Foto: RCE.

Verfmethoden

Ook over de verftechnieken kwamen de onderzoekers meer te weten. Analyses via vloeistofchromatografie lieten zien dat de bewoners van de Hallstatt-regio drie verfmethoden hanteerden om hun wollen stof te kleuren. Zo haalden ze verfstoffen uit planten door die in water te verwarmen, samen met het te verven textiel. In dit verfbad hechtte de kleurstof zich direct aan de vezels, maar verkleurde ook weer snel in de zon of de was. De Hallstatters kenden nog twee andere methoden die bewerkelijker waren, maar was- en lichtecht textiel opleverden. Sommige kleurstoffen werden eerst gefermenteerd (zoals je doet met thee). Het verfbad was kleurloos, maar tijdens het drogen in de openlucht kreeg het textiel zijn tint. Bij de derde verfmethode werd het textiel voorbehandeld met metaalzouten (bijvoorbeeld aluminium). Zulk ‘gebeitst’ textiel hield de kleurstof beter vast.

Wollen geverfde stoffen in het NHMW

Wollen stoffen, geverfd met onder meer kamille en meekrap, tentoongesteld in het Naturhistorisches Museum in Wenen. Foto: NHM Wien.

… en verfstoffen

Sommige fragmenten bleken geel geverfd met bessen, andere met wouw. Wouw is door de eeuwen heen voor gele verf de meest gebruikte plant, die in heel Europa voorkomt. De meeste rode kleurstoffen in de mijnfragmenten konden niet worden herleid tot nu bekende planten. In een enkel geval was het rood afkomstig van schildluizen: waarschijnlijk Poolse cochenille of kermes, soorten die niet in de Hallstatt-regio voorkomen maar die uit Polen of uit het Middellandse Zeegebied moeten zijn geïmporteerd. Opvallend was de vondst van orseille, een korstmosachtig plantje, dat een paarse kleurstof afgeeft met een slechte lichtechtheid. Dat de kleur is toch bewaard is gebleven, danken we aan de bijzondere omstandigheden (duisternis!) in de mijn.

Afzoombandjes uit Hallstatt

Afzoombandjes uit Hallstatt: boven origineel, onder gereconstrueerd.

Geavanceerde bandjes

In 2008 startte het Hallstatt-FWF project, dat was gericht op enkele geweven bandjes uit de Hallstatt-‘collectie’. Ze dienden ooit als afwerking en versiering langs hals of mouwen van een kledingstuk. De spin- en weeftechniek van deze bandjes is geavanceerd, zeker als je kijkt naar de totale textielcollectie uit Hallstatt. De onderzoekers probeerden de maakgeschiedenis van de afzoombandjes te achterhalen en de technieken te reproduceren. Daarbij werd gewerkt met wol van archaïsche schapenrassen, vergelijkbaar met die de oorspronkelijke makers hadden gebruikt. Gebaseerd op de analyseresultaten werden ook planten gekweekt, geoogst en geschikt gemaakt als verfstof. De wol is vervolgens geverfd, gesponnen en geweven.

Anna Moser halssieraad

Halssieraad van Anna Moser (2012) met een geweven 'afzoombandje' van zilverdraad. Foto: A. Moser.

Hedendaags design

De kennis die de onderzoekers daarbij opdeden evenals hun reconstructies werden ingezet om dit bijzondere textiel én de Hallstatt-regio onder de aandacht te brengen. Dat gebeurde onder meer in een samenwerking met studenten Hedendaagse mode, design en kunst van de Universität für angewandte Kunst in Wenen. Zij lieten zich inspireren door de materialen, technieken en kleuren van het Hallstatt-textiel en ontwierpen kleding en textielinstallaties die werden getoond tijdens een indrukwekkende modeshow en in de tentoonstelling colours of halstatt / textiles connecting science and art (Naturhistorisches Museum Wien, 2012-2013).

Andrea Liebl, immerse fade connect, 2012

Andrea Liebl, "immerse fade connect", 2012. Linnen monsters geverfd met een aftreksel van berendruif, een heideachtige.